Verwarm de oven voor op 180 graden.

Gebruik een springvorm en plaats daarin bakpapier of vet in met olijfolie en wat amandelmeel. Op die manier blijft de taart niet in de vorm plakken.

Meng alle ingrediënten voor het deeg gewoon met de hand of gebruik een keukenmachine. Neem er eerst drie eieren en als je merkt dat het deeg nog te droog is, mag je vierde er ook nog bij mengen. Tip: havermeel kun zelf maken door havermout in de blender te mixen.

Zet het deeg even in de koelkast en begin met het maken van de vulling.

Schil de appels en snijd ze in kleine stukjes. Je kunt de schil ook gewoon laten zitten. Meng de kaneel, de rozijnen en eventueel stukjes vijgen en dadels door de appels.

Haal het deeg weer uit de koelkast en snijd het in 3 delen. Een deel gebruik je voor de bodem, een ander deel voor de zijkanten. Het derde deel gebruik je voor de bovenkant.

Strooi de eetlepel amandelmeel met het appelmengsel op de bodem. Druk het vervolgens een beetje aan.

Neem nu de walnoten, breek deze in kleine stukjes en strooi die over het mengsel.

Gebruik het laatste deel van het deeg, maak er stroken van en leg die erboven op. Bestrijk daarna met wat eigeel. Dit geeft een knapperige korst.

Zet de appeltaart in de voorverwarmde oven en laat ongeveer 45 minuten bakken. Hou het in de gaten want elke oven is anders. Zorg ervoor dat je appeltaart niet aanbakt.